Werk jij voor een van de ontelbare bedrijven die enorme kansen zien voor groei door middel van Industrie 4.0. En weet je ook niet waaraan beginnen of wil je bevestiging dat je projecten wel degelijk stappen zetten richting die ideale slimme fabriek? Dan zijn de ervaringen van ON Semiconductor met 2 hulpmiddelen misschien een interessante kennismaking om meer systematiek in je aanpak te leggen.

In de zoektocht naar antwoorden op de vragen: “Waar staan we?”, “Wat zijn de logische volgende stappen?” en “Hoe genereren we rendement?” heeft ON Semiconductor 2 maturiteitsmethodieken onderzocht door ze toe te passen in een van de  fabrieken: de Industrie 4.0 Maturity Index en SIRI: Smart Industry Readiness Index.

De Industrie 4.0 Maturity Index wordt aangeboden door het Industrie 4.0 Maturity Center Aachen. Van deze methode zijn er diverse whitepapers publiek beschikbaar, maar voor de uitvoering van een audit . is een licentie nodig voor hun platform, evenals een 2-daagse training. Indien dit nog onvoldoende is, kan beroep gedaan worden op de consultants van het instituut. Voor meer details kan je starten bij de website https://i40mc.de/en/

SIRI, de Smart Industry Readiness Index werd ontwikkeld door de Singapore Economic Development Board (EDB). In een eerste fase werd puur ingezet op Singapore, maar recent werd het opgepikt door het World Economic Forum (WEF) om de wereldwijde digitale transformatie te versnellen door de drempel voor Industrie 4.0  te verlagen. Hiervoor werkt het WEF en de EDB samen samen met McKinsey, Siemens en TÜV SÜD om van de Smart Industry Readiness Index (SIRI), het internationaal erkende kader te maken voor de digitale transformatie in de productie-industrie. Mede omdat het WEF de methode officieel aangenomen heeft, is alle informatie openbaar, zowel via whitepapers als op een vrij toegankelijk platform, bereikbaar via hun website https://www.siri.gov.sg/ . Ondersteuning kan gevonden worden via opleiding (Certified SIRI Assessor program aangeboden door TÜV SÜD) of door SIRI Assessors, nadat ze opgeleid en gecertifieerd zijn door TÜV SÜD.

In dit artikel gaan we niet dieper in op het gebruikte denkkader en beperken we ons tot de belangrijkste evaluatiepunten uit onze pilootervaring.

De Industrie 4.0 Maturity Index biedt de volgende voordelen:

·  De vragenlijst op het platform is gedetailleerd en specifiek en biedt een solide ondersteuning voor de maturiteitsbeoordeling.

·  Het platform biedt een lijst van uitgebreide specifieke maatregelen om je traject uit te tekenen.

·  Het resultaat is een gedetailleerde en uitgebreide roadmap, geprioriteerd langs de maturiteitsstadia.

Om toegang te hebben tot deze voordelen, dien je wel rekening te houden met de volgende obstakels:

·  Het uitvoeren van de evaluatie kan enkel via het betalend platform.

·  De beoordeling is arbeidsintensief.

·  Het opstellen van de routekaart is niet geautomatiseerd en vereist een aanzienlijke hoeveelheid menselijke inspanning (het Industrie 4.0 Maturity Center is hiervan bewust en werkt aan nieuwe functies, die de ontwikkeling van de routekaart efficiënter maken)

SIRI, de Smart Industry Readiness heeft dan weer de volgende troeven:

·  De aandachtsgebieden van de digitale transformatie worden vastgesteld op basis van een datagedreven, bijna wetenschappelijke aanpak.

·  De beoordeling is snel en lean.

·  De gedetailleerde informatie is vrij toegankelijk, zonder restricties.

Er moet wel rekening gehouden worden met de volgende beperkingen:

·  Uit het beperkt aantal vragen met antwoorden worden alleen generieke inzichten verkregen zonder specifieke maatregelen.

·  De prioritaire dimensies vereisen soms ook activiteiten op niet-geprioriteerde dimensies en er wordt verondersteld dat je dit zelf ontdekt.

 Onze eindconclusie luidt dat beide methoden ons inzichten hebben opgeleverd om de transformatie naar een slimme fabriek met een beter doordachte structuur op te zetten en uit te voeren. Beiden bieden geen totaaloplossing, maar hebben wel degelijk toegevoegde waarde als aanvulling voor elkaar en reeds lopende interne initiatieven. De beoordeling van het rendement op de investeringen voor de digitale transformatie komt in beide systemen niet aan de orde en blijft dus een afzonderlijke inspanning voor de organisaties die eraan werken.

‍